De gemiddelde burger heeft tal van digitale identiteiten, die elk bestaan uit verschillende—maar overlappende—sets eigenschappen. Zo beheren verschillende bedrijven een profiel over jou. Dat is handig voor ze, want zo kunnen ze gericht adverteren over dingen waarvan ze vermoeden dat ze je aangaan. Het advertentiemodel dat online is geëvolueerd, lijken we al geaccepteerd te hebben. De diensten die we afnemen zijn veelal gratis, dus dan kunnen we toch wel een paar advertenties en aanbevelingen in de kantlijn verdragen? En soms bén je ook net op zoek naar die supersonische kinderwagen. Er zijn alleen wel twee problemen: ten eerste zijn die diensten niet echt gratis, want we ‘betalen’ met onze persoonsgegevens. Ten tweede weten we te weinig over de gevolgen die al die gedigitaliseerde datastromen kunnen hebben op onze levens.
Hoe komt een digitale identiteit tot stand?
Er zijn twee manieren waarop persoonsgegevens in een profiel terecht komen: actief en passief. Actief vul jij zelf je gegevens in; dat zijn voornamelijk zaken die bedrijven nodig hebben—of eigenlijk: nodig zéggen te hebben—om een transactie uit te kunnen voeren. Het is gebruikelijk voor een website om je te vragen naar je naam, adres en woonplaats; de zogenaamde NAW-gegevens. En het is ook niet zo gek dat Zalando weet: heeft maatje . Hoe kunnen ze je anders de juiste schoenen toesturen? Tegelijkertijd kun je je afvragen waarom Zalando moet weten waar je woont: die informatie is eigenlijk alleen relevant voor het postbedrijf dat jou die nieuwe stappers gaat leveren.
De passieve totstandkoming van je digitale identiteit is waar het allemaal wat zorgwekkender wordt, in de eerste plaats omdat deze data niet bewust, dus ongecontroleerd, door ons met bedrijven gedeeld wordt. Je klikt op links, bestelt een boek, zet foto’s online, of stuurt apps naar je vrienden, maar niets van dat alles doe je, hopelijk, met het doel de dataprofielen die bedrijven over je hebben aan te vullen. Toch leiden de welbekende algoritmes allerlei informatie af van je online gedrag. Spotify kent je favoriete muziekgenre, Netflix weet dat je tot diep in de nacht naar Desperate Housewives kijkt, Google Maps weet waar je op vakantie bent, Thuisbezorgd weet hoe vaak jij hamburgers eet, en of je daar dan graag kaas én bacon op wilt hebben.
Het internet zit ook niet alleen meer in onze computers en telefoons, maar ook in allerlei andere spullen. The Internet of Things maakt het leven op veel fronten makkelijker. Denk aan de auto die, als hem iets mankeert, de garage op afstand al kan uitleggen wat er aan de hand is. Maar diezelfde auto registreert ook jouw rijgedrag: wat is je gemiddelde snelheid? Hoe hard trek je op? Hoe vaak moet je iets te plotseling op de rem trappen? Ook die gegevens komen in een van de vele dataprofielen die er over je zijn.
Bedrijven verkopen deze profielen aan elkaar door. Zo kan je bank van Funda vernemen dat je naar koophuizen aan het snuffelen bent, en je zo een hypotheek aanbieden. Ach, denk je misschien, ze doen maar. Maar je zorgverzekering zou zich ook erg kunnen interesseren in jouw hamburgerconsumptie, of je uitgaansgedrag, want een ongezonde levensstijl kan reden zijn om die aanvullende premie nog een tikje op te hogen. En moeten ze met jou wel een ongevallenverzekering afsluiten? Even kijken naar je rijgedrag!
Het zijn een paar voorbeelden van hoe deze verzamelwoede voor onbedoelde of ongewenste effecten kan zorgen. Het is niet moeilijk te bedenken dat er veel negatiefs zou kunnen gebeuren met al die gekoppelde en eeuwig opgeslagen informatie over ons. Dat het technisch mogelijk is weten we allang; neem het social credit system in China, of, dichter bij huis: het recente idee van onze regering om met data zakkenrollers op te sporen.
Daarnaast gaat het bij passieve vergaring vaak om zogenaamde “bijzondere” persoonsgegevens. Die hebben betrekking op onder meer ras, religie, politieke kleur, en gezondheid. Voorbeeld: als jij vorig jaar een paar gefrustreerde Zwarte Piet-tweets hebt geschreven, weet Twitter: neigt politiek gezien waarschijnlijk een beetje naar . Voor banken is dit helemaal gemakkelijk. Op basis van jouw betaalgedrag en andere activiteit op je rekening, beschikt jouw bank over hele bergen aan informatie. Je werk, studie, vrienden, interesses, vrijetijdsbesteding, of je kinderen hebt, een koophuis, een auto, of je aan sport doet, of je gisteren in de kroeg zat, of je rookt. Zwarte Piet hoeft er niet bijgehaald te worden: jouw bank kan zien welke partij jij aanhangt op het moment dat je lidmaatschapsgeld overmaakt.