Een groot gedeelte van ons maatschappelijk leven speelt zich inmiddels digitaal af. We interacteren online met onze vrienden, we bankieren online, we kopen online producten en diensten en regelen online onze zaken met de overheid, zoals onze belastingaangifte. Je zou kunnen stellen dat we intussen meer ‘online’ leven dan ‘offline’, en onze interactie met de maatschappij vaker digitaal is dan analoog.
Al deze interacties vinden plaats via digitale systemen en kanalen. Deze zijn elk ontworpen met een specifiek doel, en definiëren daarmee onze digitale representatie in de maatschappij. Dit gebeurt op basis van gegevens die we zelf beschikbaar stellen (BSN nummer, koopgedrag, tweets) of gegevens waarop systemen ons indelen. Al deze ‘sub’-identiteiten zou je nu kunnen zien als je digitale identiteit. Maar is dit een ideale situatie?
Op dit moment heeft de gebruiker geen regie op deze identiteit; stukjes worden vormgegeven door Facebook, stukjes door de gemeente, een deel door AirBnB en een deel door CoolBlue. Dit gebrek aan regie vergroot het risico op schending van de privacy, werkt identiteitsfraude in de hand en maakt het lastig er ‘zelf’ grip op te krijgen.